Inleiding

Sommige mensen die snurken schrikken er zelf van wakker. Maar meestal is het de partner of zelfs soms de buren die er problemen van ondervinden. Het is een zagend, ruisend of ronkend geluid dat uit de keel komt.
Snurken komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen: bijna de helft van de mannen snurkt weleens, tegen een kwart van de vrouwen.

Als je ademhaalt stroomt er lucht door de ruimte tussen het zachte gehemelte en de achterzijde van je tong. Als je ligt, liggen dit gehemelte en het achtereind van de tong heel dicht bij elkaar. Daardoor is je luchtweg smaller, maar de lucht moet er toch doorheen als je ademhaalt. Dat zorgt dan dat de weefsels trillen, en dat zorgt voor een snurkend geluid. Je kunt het vergelijken met een ballon die leegloopt.

snurk

Je snurkt het snelst als je op je rug of op je zij slaapt. Door verkoudheid, alcohol of roken heb je meer kans op snurken. Verkoudheid of griep zorgen dat je slijmvliezen in je neus- en keelholte dikker worden. Daardoor kan de lucht die je ademt er moeilijker langs. Roken en brandend maagzuur irriteren en verdikken de slijmvliezen in de keel. Oververmoeidheid en ouderdom zorgen dat de spieren in je tong en keel slapper worden, waardoor je meer kans hebt op snurken. Spierverslapping treedt ook op door geneesmiddelen zoals slaap- of kalmerende middelen. Mensen die te zwaar zijn hebben ook meer weefsel in de keelholte, en daardoor meer kans op snurken. Poliepen (uitstulpingen in het neusslijmvlies), een scheef tussenschot in de neus of een van nature zacht gehemelte kunnen ook een oorzaak zijn. Kinderen die snurken hebben in de regel last van een vergrote keel- of neusamandel.

Een ongezonde vorm van snurken is het apneu-syndroon: daarbij houdt de slaper zo af en toe langere tijd zijn adem in (bijvoorbeeld een halve minuut) en ademt/snurkt dan weer verder.